De regenperiodes zijn hier hetzelfde als aan de kust. In het zuidoosten is het weer de hele dag over het algemeen erg droog en heet. ’s Nachts kunnen de temperaturen echter zakken tot het vriespunt.
Angola kent geen winter. Wel valt er van november tot en met maart veel neerslag en is er een hoge luchtvochtigheid waardoor het heet aanvoelt. De relatief koelste maanden van het jaar zijn juli en augustus.
Tijdens het regenseizoen kan de luchtvochtigheid van 95 procent de hitte nog warmer laten aanvoelen. De maand april is meestal de natste maand met 250 tot 300 mm. regen. Rond Luanda en met name ten zuiden van de hoofdstad valt de minste regen. Daar ligt ook de Namibwoestijn.
Een bezoek aan het eiland Massula in de Atlantische Oceaan is een aanrader voor mensen die graag zwemmen. Het is vanuit Luana makkelijk bereikbaar per watertaxi en boot. Massula heeft prachtige, witte stranden. Een ander mooi strand is dat van Palmeirinhas.
Nationale Parken in Angola die een bezoek waard zijn, zijn Het Kissama National Park, het Lona National Park, het Bicuar National Park, het Mupa National Park, het Cameia National Park, het Cangandala National Park en het Luando Special Reserve.
Ook bijzonder mooi is de 105 meter hoge waterval van Kalendula - een van de grootste in Afrika -op de rivier Lucala in de provincie Malange. Zeker vlak na het regenseizoen zorgt dit stuk natuur voor een onvergetelijk schouwspel.
Voor mensen die houden van trektochten en wandelingen, is een uitstap naar de dode vulkaan Tunda Vala in de buurt van Lubango een must. De vulkaan is ruim 1600 meter hoog en biedt een prachtig panorama over de omliggende heuvels en over de Atlantische Oceaan die slechts dertig kilometer verderop ligt.